Belangrijkste vraag: Waarom?
Jara: Ik heb een prachtige tijd gehad bij PEC Zwolle. We zijn met Jong PEC Zwolle Vrouwen vorig jaar ongeslagen kampioen geworden in de 1e klasse en gepromoveerd naar de landelijke hoofdklasse A. Ik heb bijna elke wedstrijd mogen spelen en ontzettend veel geleerd. Ik was 15, trainde vier keer in de week, reisde 200 km per dag met openbaar vervoer, speelde met de selectie op zaterdag landelijk en slaagde ook nog voor mijn eindexamen. Dat was een heftig, maar super mooi, jaar met mooie hoogtepunten zoals o.a. de ereronde die we vanwege ons kampioenschap in het uitverkochte PEC Zwolle stadion mochten lopen voor 12.000 man publiek . Dat zal ik nooit meer vergeten.
Vorig jaar zat ik op het CSE (Centre for Sports & Education, red.) in Zwolle en was school en voetballen bij PEC Zwolle heel goed te combineren. Dit jaar startte ik op het MBO Landstede met de opleiding Pedagogisch Medewerker Jeugdzorg. Op die opleiding zijn de voorzieningen om naast school ook een topsporttraject te volgen veel moeilijker. Elke dag miste ik door het trainen meer dan twee lesuren, die ik zelfstandig moest inhalen. Ik moest dus ook nog steeds 200 km reizen per dag en dat werd echt te moeilijk om te combineren. Daardoor liep ik steeds meer achter en ondanks dat ik als topsporter langer over de opleiding mocht doen voelde dat niet fijn. Uiteindelijk groeide bij mij het besef dat ik naast mijn ambitie om profvoetbalster te worden toch ook mijn opleiding moest halen om uiteindelijk een goede baan te krijgen. Profvoetbalsters krijgen namelijk (helaas) niet zoveel betaald als de mannen, dus moeten er ook nog een baan naast hebben. Ik voelde dat ik moest kiezen en heb toen besloten om school op de eerste plaats te zetten en nu eerst te zorgen dat dat goed loopt. Ik kan natuurlijk niet zonder voetbal dus wil zeker blijven voetballen en wil dit voor nu weer doen bij mijn oude club. DZC’68 is altijd mijn club geweest, hier voel ik me thuis.