De zegetocht van DZC’68 in de tweede klasse H is opmerkelijk. Van de twintig gespeelde wedstrijden werden er zeventien gewonnen, twee gelijk gespeeld en één verloren. Die verliespartij – thuis tegen Hellendoorn – lijkt al eeuwen geleden. De enige verliespunten dit jaar in de competitie waren opnieuw tegen Hellendoorn, maar verder won DZC alles. En dat is een prestatie van formaat. Feyenoord – enigszins te vergelijken met DZC – weet als geen ander dat het lastig is de koppositie vanaf het begin vast te houden. Het blijft een uitdaging het team scherp te houden en Van Bronckhorst en Verheijen slagen daar steeds in, ondanks hier en daar wat verliespunten. De tegenstander van vanmiddag DOS Kampen (Door Oefening Sterk) heeft in deze tijden z’n eigen uitdaging: het winnen van de derde periodetitel. Het beloofde dus een open wedstrijd te worden op Sportpark Zuid. Op naar de opkomsttune, de toss en de eerste balomwenteling.
Job Tadema kon zijn prima interview in de Weekendkrant helaas geen luister bijzetten, hij was geblesseerd. Om die reden startte Mike Thus in de basis. Een klusje hem wel toevertrouwd, want in de gewonnen Achterhoek Cup wedstrijd tegen Keijenborg enige tijd geleden was hij een prima sluitstuk van de verdediging en verrichtte hij enkele prachtige reddingen. De eerste twintig minuten van de eerste helft konden voor DZC worden gekenmerkt door twee woorden: kabbelend en stroef. Het was dan ook DOS dat op voorsprong kwam. In de 10e minuut werd de buitenspelval handig ontweken en dat werd met een strakke schuiver verzilverd; 0-1. DZC ‘ontwaakte’ en zette aan. Corné de Waard liet de wedstrijd in de 25e minuut kantelen. Na een paar fantastische bewegingen, waarbij de verdedigers van DOS zich in Mindf*ck moesten wanen, speelde hij Meron Zehaye aan, die koel afdrukte; 1-1. Daarna verzandde de wedstrijd weer in ‘matig’ en konden er na 45 minuten vier hoogtepunten worden genoteerd: de twee goals en het vermelden van stadionspeaker Eddy Kappert dat DZC mannen 3 en DZC JO15-1G kampioen waren geworden.
Dat de rust van dit DZC door de coach en het team altijd maximaal wordt benut, is dit seizoen al meerdere keren gebleken. Het verbaasde de redelijk opgekomen ‘zijlijn’ dat ook niet dat er na de rust op tempo en meer dwingend werd gespeeld. Het dolende DOS ondervond dat meteen aan den lijve. Toch kwam DZC via een corner die in één keer in het doel belandde wat gelukkig op een 2-1 voorsprong, doelpuntenmaker Thomas Kleinlugtebeld. Het hek leek van de dam en het wachten was op meer goals, maar die bleven nog lang uit. Dit ondanks een aantal mooie combinaties waarbij Thomas Kleinlugtebeld en Fabian Mensah (ingevallen voor de geblesseerde Max Riekel) een belangrijke rol speelden. Het slotakkoord was voor de man die het vuurtje aanstak: Corné de Waard. Eerst kopte hij een afvallende bal netjes over de keeper van DOS en een paar minuten later liep hij goed door op diezelfde keeper, ontfutselde hem de bal en schoof deze vervolgens beheerst tegen de touwen. Een treffer die hij opdroeg en vierde met z’n al jarenlange voetbalmattie Jordy Nijholt, die kort daar voor met twee keer geel het veld had moeten verlaten. Een verdiende eindstand derhalve: 4-1.
DZC blijft dus maar goed presteren en dat verdient een dikke pluim. Die dikke pluim is voor zowel voor de technische staf onder leiding van Stéven Verheijen en het team onder aanvoering van Robin Faber. Beide acteren met een enorme drive en het is hun er alles aangelegen DZC zo spoedig mogelijk kampioen te maken. De volgende wedstrijd is op zaterdag 15 april uit tegen Be Quick’28 uit Zwolle. Bij winst kan DZC dan op zaterdag 22 april thuis kampioen worden tegen Enter Vooruit; er vanuit gaande dat Enter Voorruit op 15 april wint van Quick’20, een ploeg die dit seizoen nog geen één keer wist te winnen. Hoe dan ook, 22 april moet zeker in alle agenda’s worden gezet van iedereen met een GeelBlauw hart, dit om vervolgens definitief vorm te geven aan ‘the one and only Dominator’ !!
Opstelling DZC: Mike Thus; Jody Keuben, Robin Faber, Sergio Keurntjes, Jordy Nijholt; Mathijs de Waard, Nick Abbink, Meron Zehaye; Corné de Waard, Max Riekel (Fabian Mensah), Thomas Kleinlugtebeld.